MEDITATIE
Week 45
Meditatie
Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven. (Johannes 5:24)
De Heere Jezus is door de Joden ter verantwoording geroepen omdat Hij op de sabbat een langdurig zieke man genezen heeft. Achtendertig jaar was de man ziek en op het Woord van de Heere Jezus werd hij genezen. Jezus had hem naar huis gestuurd met bed en al. En als hij nog maar net onderweg is, wordt de man al aangesproken op de last die hij draagt. Een last dragen is werk en dat is verboden op de sabbat. De man verwijst uiteindelijk naar Zijn weldoener, naar Jezus. Zo ontstaat er een gesprek over het werk van God.
De Heere Jezus zet in bij God, bij het werk van God. Dat werk van God wordt, ook op de sabbat, zichtbaar in deze wereld. Mijn Vader in de hemel werkt, zegt Jezus, daarom werk Ik, want de Zoon doet niets anders dan wat Zijn Vader Hem voorgedaan heeft. Zoals de Vader doden opwekt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. En dat kan Hij ook omdat de Vader het oordeel in de handen van de Zoon gelegd heeft. De Zoon heeft het recht gekregen om te oordelen, want de Vader wil dat de Zoon dezelfde eer krijgt als de Vader. En dan volgt een van de oordelen van de Heere Jezus:
Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.
Wie Mijn Woord hoort!
Dat is nu precies waar deze meditatie begon, met het Woord van God! U hebt dus als eerste het Woord van God gehoord, toch? Op het moment dat u het kerkblad nam en de woorden boven de meditatie las, hoorde u de stem van God. Het Woord van God. Dat Woord van God moet dus gehoord worden, het moet ons bekend in de oren gaan klinken. Want in het horen van het Woord, komt de Heere Zelf naar ons toe. Hij zoekt ons op om aan ons te laten zien Wie Hij is. Door dat Woord werkt de Heere Jezus Zijn oordeel uit.
Het Woord van God moet dus gehoord worden! Het moet aan ieder mens op aarde bekendgemaakt worden. Iedereen moet het horen, iedereen moet het weten. Want het zijn niet zomaar woorden. Wie het evangelie van Johannes kent, weet dat hij ook met dat Woord van God begint. Met het Woord dat vlees geworden is. Het Woord werd mens en woonde onder ons. Zo maakt Johannes ons duidelijk dat de Heere gehoord wil worden. Dat maakt het Woord van God het belangrijkste middel om mensen te bereiken.
Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft.
Toch maakt alleen het horen van het Woord ons niet zalig. Het vraagt om een antwoord. Het vraagt om geloof. Geloof in Hem Die ons een boodschap stuurde. Een boodschap wint aan kracht wanneer we de afzender kennen. Wanneer je weet van wie die woorden afkomstig zijn. Wie gehoor geeft aan het Woord van de Zoon, wie de Zoon van God eert, eert ook God de Vader.
Toch wijst de Heere Jezus, zo op het eerste gezicht, van Zichzelf af. Hij vraagt niet om geloof in Zijn Persoon, maar om geloof in Zijn Zender. Om het geloof in God! Het is alsof de Heere Jezus hier al wil zeggen: het gaat niet om de mensen die de boodschap brengen. Het gaat om degene van wie de boodschap afkomstig is. Het gaat om God Zelf. Het Woord van Jezus Christus is Gods Woord! Dat onderstreept de geloofwaardigheid ervan.
Voor wie Gods Woord hoort en er geloof aan hecht zijn de gevolgen groot. Misschien is het hier op aarde niet direct zichtbaar, maar de verandering is enorm. Het is een verandering van dood naar leven. Want wie het woord hoort heeft eeuwig leven! Die is uit de dood overgegaan in het leven. Veelzeggende woorden.
Wat wij leven noemen, is in de ogen van de Heere God de dood. Wanneer in ons leven op aarde het Woord van God geen rol speelt, dan is dat Bijbels gezien geen leven, maar de dood. Dat leven loopt uit op de eeuwige verdoemenis. Op een totaal verloren gaan en nooit meer aan je doel beantwoorden. Zo noemt de Bijbel de eeuwige dood.
Misschien begrijpt u er niets van. Want hoe kan iemand die zonder God leeft dat Woord dan horen, wanneer hij in de ogen van God dood is? Dat is het wonder van het werk van de Geest van God en de opwekkingskracht van de stem van Jezus, zoals de Heere Jezus zelf in het 25e vers van dit hoofdstuk zegt:
De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven.
Hoort u niet, laat je het Woord van God aan je voorbijgaan zonder er geloof aan te hechten, dan heb je geen eeuwig leven, dan wacht de verdoemenis, zegt de Heere Jezus. Maar wie het Woord van God hoort en in God gelooft die heeft eeuwig leven. Die komt niet in de verdoemenis maar is uit de dood overgegaan in het leven. Door het Woord te horen en te geloven, komt er een radicale omwenteling. Dan is er eeuwig leven in plaats van verdoemenis. Ja, u leest het goed, dan is er eeuwig leven! Want dat eeuwige leven is voor een gelovige geen toekomstmuziek, dat is de nieuwe realiteit die de Heilige Geest in het hier en nu in ons leven werkt.
Wie hoort en gelooft heeft eeuwig leven! Die is uit de dood overgegaan in het leven!
Wij zijn geneigd om alles wat met dood en leven te maken heeft voor ons uit te schuiven. Dat is niet voor nu, dat is iets voor de toekomst. Wanneer we hier op aarde voorgoed onze ogen sluiten, dan valt de beslissing. Nee, zegt de Heere Jezus, wie hier op aarde het Woord van God hoort en gelooft heeft eeuwig leven! Die beslissing valt in dit leven. De eeuwigheid is al bij je geboorte begonnen. Op het moment dat je hier op aarde geboren werd, begon voor jou de eeuwigheid.
Voor wie dat Woord hoort en in God gelooft, gaat de hele wereld op zijn kop. Want die is, hier op aarde al, overgegaan van de dood in het leven. Die leeft hier op aarde het eeuwige leven al. Dat eeuwige leven met God.